In 1891 vertrekt haar oudere broer Dirk (1876) naar de kweekschool in Leiden; hierna wonen ze langere tijd in DELFTSHAVEN, aan de Langedijkstraat 44, de Havenstraat 141 en de Schans 146.

Hier wordt in 1898 Adriana DEN HEIJER geboren, mijn oma en dochter van mijn overgrootmoeder Helena en een zoon uit een familie waarvoor ze als naaister werkte en waarmee ze niet mocht trouwen.
Vanaf haar 25jarige leeftijd werd Helena steeds dover en op latere leeftijd gebruikte ze dan haar toeter : haar oortrompet.
Hierna woonden ze ook nog in het centrum in de Tuinderstraat 12, waar Helena waarschijnlijk in 1903 bij de buren op nummer 14 Jo ELMENDORP heeft leren kennen.

In 1904 trouwt Helena op 26jarige leeftijd met Jo ELMENDORP.

De echtgenoot van overoma Joseph Hendrik ELMENDORP werd in 1866 in ROTTERDAM geboren, zijn vader was scheeps-stoker en overleed al jong op zee aan boord van de SS HAMPTON in 1874 en ook zijn moeder overleed al vroeg in 1885.
Hij had een oudere zus Johanna Maria Suzanna en een jongere broer Balthazar.
In 1881 monsterde Jo Elmendorp op 15jarige leeftijd aan als lichtmatroos bij de marine en begon hij zijn opleiding op een Wachtschip in Amsterdam.
Daarna reisde Jo op diverse schepen de hele wereld over van Aruba naar Atjeh en rond 1900 was hij tijdens de Boxersopstand in China (Peking), waar ze een 100tal Nederlanders in veiligheid wisten te brengen (waarvoor hij nog een zilveren medaille heeft gekregen).
Op de HR MS HOLLAND was hij naar China gereisd en aldaar stapte hij over op de HR MS PIET HEIN.
Tijdens perioden in Nederland verbleef het personeel van de Koninklijke Mariniers op Wachtschepen;
vandaar dat Jo toen hij in 1903 de Marine verliet (met hartklachten en een pensioen) zijn laatste adres Wachtschip 1a te HELLEVOETSLUIS was.

Daarna ging hij bij zijn zuster Johanna en haar man Christiaan KLIS en hun kinderen in de Tuindersstraat 14 te ROTTERDAM wonen; daarnaast woonde op nummer 12 overoma met haar ouders, zusje en dochtertje Adriana.

Ondertussen verlaat ook Neeltje in 1906 het huis van haar ouders, waarna vader Dirk en moeder Japikje alleen achterblijven, ze verhuizen nog een paar keer en in 1907 wordt vader Dirk opgenomen in een psychiatrische inrichting vanwaar hij naar LOOSDUINEN gaat en daar in 1909 overlijdt.
Hierna woont moeder Japikje ook nog enkele jaren bij dochter Helena op de Schietbaanstr 31, de Persoonshaven 47 (werkte jo misschien bij de RMI?) en de Lange Warande 112 (bij de veemarkt).

In 1911 verhuizen ze naar de Stationsweg, de Binnenweg 91 en de G.J. Mulderstraat (in de buurt van DELFTSHAVEN) en ze wonen in 1914 en 1915 ook nog een tijdje in de Oranje Nassaustraat in Hillegersberg, waarna ze de laatste 3jaar in de Blommerdijkselaan 6 woonden.

In 1918 verhuizen ze naar de Nieuwmarkt 25 in Amsterdam.
In 1919 gaat dochter Adriana (Jeanne) naar sGravenhage, waar ze in 1920 met Hedde Hylke DE WEERT trouwt. Daarna verhuizen ze naar de Singel 305 en in 1921 naar de Adm. de Ruijterweg 57 (waar ,volgens de gemeente-registratie- dochter Jeanne in 1925 ook nog 6 maanden bij hen heeft gewoond) en in 1929 naar de Witte de Withstraat 229.

In 1932 trouwt zoon Jo en gaat elders in Amsterdam wonen en verhuizen Helena en haar man Jo ELMENDORP naar SCHEVENINGEN Duindorp.
In 1933 wonen Helena en haar man Jo ELMENDORP nog 2jaar in MAARN Tuindorp, waar dochter Jeanne en haar kinderen Willy en Geert ook in deze periode een huis gehuurd hadden.
In 1935 verhuizen Helena en Jo ELMENDORP terug naar SCHEVENINGEN, waar ze tot 1943 blijven wonen.

In 1943 verhuizen Helena en Jo ELMENDORP naar Hattem.

In 1946 verhuist man Jo ELMENDORP naar Heiloo (misschien wel naar de Willibrordusstichting, een psychiatrische inrichting), waar hij korte tijd later overlijdt en Helena gaat bij zoon Jo in de Gen. Vetterstraat 8 in AMSTERDAM wonen.
Hierna woont Helena ook nog een tijdje alleen in AMSTERDAM.

Begin 1951 vertrekt ze naar MAARN om 1,5jaar bij haar dochter te wonen, daarna gaat ze weer naar AMSTERDAM terug waar ze oa 2jaar (juli 1952 - juli 1954) alleen aan de Ceintuurbaan 81 woont.
Eind 1954 vertrekt Helena dan weer naar haar dochter en man Wim BEIJNINK in MAARN, waar ze blijft tot ze na het overlijden van Wim BEIJNINK in 1958, naar het bejaardentehuis de Engelenburgh in VEENENDAAL verhuist.

Haar dochter woont vanaf 1963 ook nog even in dat oude bejaardentehuis de Engelenburgh in VEENENDAAL, maar algauw is daar het nieuwe gebouw gereed, waar ze naast elkaar gaan wonen op 1N1 en 1N2.